
English text, see below.
Na een heerlijke nachtrust verlieten we donderdag 9 februari ons geliefde appartement in Swakopmund om de reis voort te zetten richting de Sossusvlei. We zouden pas in de middag die kant opgaan, omdat we ’s ochtends nog een tour geboekt hadden, dit op advies van onze vriend Jan in Kopenhagen en het stelletje dat we de dag ervoor ontmoet hadden. Waar iedereen normaal gesproken naar Namibië komt om de ‘big five’ te spotten, hadden we nu een tour geboekt voor ‘the little five’, een wereldberoemde tour door de woestijn van Namibië om de kleine dieren, zoals gekko’s, sidewinders, kevers en kameleons, te spotten. We namen plaats in de Land Cruiser, waar we de gemiddelde leeftijd van onze groep met ongeveer 20 jaar naar beneden bijstelden. Wederom hadden we te maken met een enthousiaste gids die zo leuk vertelde dat het dierenleven in de woestijn ineens interessant werd. Deze ochtend hadden we een tour met drie auto’s en drie gidsen, waarbij er één gids wat afgezonderd liep te speuren door de woestijn. Op een gegeven moment zag Michael ineens dat onze ‘Tommy’ als een gek begon te graven in een duin en niet veel later een gekko van ongeveer vijf centimeter uit het zand trok. Ongelofelijk! In een enorme bak met zand tekenen herkennen waar dieren onder het zand leven. De gekko was meteen nog eens een prachtexemplaar, een goede start van de tour dus. Niet veel later waren we getuige van de eerste sidewinder, een slang die zich horizontaal snel voortbeweegt. Dachten we vooraf nog allemaal dat het een slang van ongeveer een meter zou zijn, bleek het een slang van maximaal 30cm te zijn, wat hem er overigens nog steeds indrukwekkend uit liet zien. Ook ditmaal was het ‘Tommy’ die in zijn eentje liep rond te scharrelen en de slang weer aantrof. En zo ging de tocht door de woestijn verder, waar we nog kameleons spotten en de befaamde ‘Ferrari’, de snelste hagedis in de woestijn die wel snelheden tot 30km/u kan halen, erg snel dus voor zo’n klein beestje. Dit, in combinatie met het enthousiasme van onze gids en de prachtige uitzichten over de woestijn, maakten het tot een geslaagde ochtend en we kunnen deze tour dan ook zeker bij iedereen aanraden. Deze ochtend liet ons ook inzien dat lukraak met la Dusterilla de woestijnduinen opscheuren een absolute ‘no go’ was in verband met al het leven in de woestijn.
Na de tour reden we weg en zetten we koers naar de Sossusvlei, onze eindbestemming van vandaag. De rit leidde ons na een aantal kilometers de woestijn in waar het asfalt verdween voor dirt road. Het geluk aan deze dirt roads was dat ze goed onderhouden waren en het geen ramp was om op te rijden; het was juist leuk. Zo af en toe leek het net een beetje op driften, waarbij je elke keer iets tegenstuur moest geven om de rechte lijn voort te kunnen zetten. Mooie wegen dus, waarbij de 4×4 uitstekend van pas kwam. We hadden de vaart er goed in en de auto’s die wij passeerden zagen dan ook niet veel meer dan een wolk vol met opspattend stof en grind. We kregen het zelfs voor elkaar om bijna drie uur van de oorspronkelijke reistijd eraf te rijden. Hierbij moet gezegd worden dat we ons niet altijd aan de maximum snelheid hielden. Ook nu weer konden we ons vergapen aan de schoonheid van het Namibische landschap, wat geen enkel moment verveeld. Wel was het continue opletten geblazen, omdat er nogal eens een oryx op de weg sprong en als je zo’n beest op je motorkap krijgt is het einde verhaal, voor zowel de oryx als voor ons. Het bleef ons allen bespaard en we arriveerden het begin van de avond bij Sesriem, het laatste plaatsje voor de Sossusvlei. Wederom werden de tentjes opgezet en besloten Hugo en Michael de buitentent achterwege te laten in verband met de enorme hitte, rond de 30 graden om 22:00u. Het buffet bij de lodge aan de overkant was voortreffelijk en Jos was helemaal in zijn sas toen hij eindelijk weer kon genieten van een taartje en koffie als toetje.
Midden in de nacht werden Hugo en Michael ineens wakker van iets nattigs en ze realiseerden zich meteen dat het regen was. Geen moment werd verloren en binnen twee minuten lagen ze weer in hun slaapzak, ditmaal met buitentent. Op dat moment waren ze ook getuige dat Jos zijn tentje alle kanten opschudde, omdat hij zijn tent niet in de windluwte had opgesteld. Toen we de volgende dag, vrijdag 10 februari, wakker werden, kwam Jos ook gebroken uit zijn tent en vertelde dat hij nog nooit zo slecht geslapen had. Hij had Hugo en Michael ’s nachts uit de tent horen rennen, maar was te moe om te lachen. We stonden desalniettemin om 06:30u bij de gate van het nationale park Namib-Naukluft National Park, waar we als eerste richting de vallei reden. Het gekke is dat de hele woestijn dirt road is, maar voor dit kleine stukje weg a 60km is er speciaal een geasfalteerde weg aangelegd. De laatste vijf km van de weg om tot de Sossusvlei zelf te bereiken is weer onverhard met diep mul zand waar we la Dusterilla weer bijna vast reden. We hadden geleerd van de vorige keer en alle tips die we gekregen hadden, dus we reden enkele meters terug en lieten het aantal bar in de band teruglopen. Hierna lukte het la Dusterilla wel en arriveerden we bij de Sossusvlei. De Sossuvlei is een klei-vallei en bekend om zijn hoge, rode zandduinen die het omringen en het tot een grote, rode zee van zand maken. Dit alles maakt het tot een desolate, verlaten plek, maar met prachtige uitzichten. Wij hadden het idee opgepakt om in alle vroegte de ‘Big Daddy’ te beklimmen, een enorme duin van ruim 350 meter hoog. Ons was beloofd dat het uitzicht fantastisch was, dus liepen we om 07:00u bepakt met drie liter water de duin op. Nu is een duin beklimmen iets andere koek dan een berg beklimmen, omdat je continue wegzakt in het zand. Na al die weken in een auto zitten, was dit een goede lichaamsbeweging voor ons. De zon stond ondertussen al flink te schijnen en het waterniveau daalde drastisch. Na ruim een uur klimmen bereikten we de top en men had niet gelogen: het uitzicht was werkelijk waar geweldig. Doordat we zo vroeg waren, hadden we het geluk dat we als enige van het uitzicht konden genieten. Het leukste deel stond nu voor de boeg, namelijk duin afwaarts. Dit was een rechte weg naar beneden, waardoor we in tien minuten weer beneden stonden. Het was sowieso een mooie afdaling, omdat onze benen tot aan kniehoogte wegzakten en je het geluid kon vergelijken alsof je in verse sneeuw liep. Het leverde mooie foto’s, flinke lachbuien en een met zand besmeurd lichaam op. Beneden aangekomen stonden we in de bekende Deadvlei (staat vaak afgebeeld op reisbrochures), een klei vallei met enkele dode, verdorde bomen. Het klinkt ondertussen een beetje saai misschien, maar ook ditmaal was het weer pure schoonheid waarmee het landschap ons op trakteerde. Moe, gedehydreerd en met een lichaam vol zand reden we vervolgens terug naar onze camping, waar we een broodnodige douche pakten en onze spullen weer inpakten.
De rit zou ons vandaag brengen richting Lüderlitz, maar niet voordat we halverwege de magische mijlpaal van 20.000km bereikten!! Een bijzonder moment, na ruim vijf en halve week rijden, 22 landen doorgekruist te hebben en een top Dusterilla die ons geen moment in de steek heeft gelaten. Een high five volgde uiteraard. Tevens werden we deze rit nog getrakteerd op noodweer, die zijn weerga niet kende. Keiharde regen, waardoor de weg veranderde in een rivier, zicht tot drie meter , diepe kuilen en hevig onweer. Rond het begin van de avond naderden we Lüderlitz, waar we bij toeval op een superleuk guesthouse stuitten waar we onze intrek namen. Ondanks dat het vrijdagavond was, bleek het feestgedruis hier niet te vinden en lagen we allemaal al om 21:30u te slapen…. we worden oud.
Zaterdagmorgen, 11 februari, de dag waarop we Kolmanskop gingen bezoeken! Althans; Hugo en Michael, omdat Jos enkele extra uurtjes nachtrust prefereerde. Wat is Kolmanskop nu eigenlijk? Rond 1900 was er in Namibië de diamantkoorts uitgebroken en waren er in no time vele mijnen waar diamant gewonnen werden. Om plaats te bieden aan deze mijnwerkers, werden er dorpjes gebouwd, waaronder Kolmanskop dus. Dit stadje was zijn tijd ver vooruit en beschikte onder andere als eerste ziekenhuis over röntgen apparatuur op het zuidelijk halfrond. Het probleem echter was dat er steeds minder diamanten rondom Kolmanskop werden gevonden en het stadje uiteindelijk verlaten werd. Daarnaast werd het gebouwd in de woestijn en op de natuur heb je geen invloed. Hier dus ook niet, waarbij het gevolg was dat langzamerhand Kolmanskop in bezit werd genomen door de zandduinen. Hierdoor trokken de mensen uit Kolmanskop weg en werd het een ‘spookstad’. Het resultaat is dat Kolmanskop nog steeds bestaat en de gebouwen nog intact zijn (Duitse bouwstijl, dus onverwoestbaar), maar wel bedolven onder een dikke laag zand. En dit maakt het werkelijk waar tot een fantastische plek! Helemaal voor ons, omdat we om half 7 bij de poort stonden en het kantoortje nog dicht bleek te zijn. We hadden nog geen permit(voor de camera’s) maar we besloten eerst het stadje te betreden en erna pas de permit te kopen. Een gouden beslissing, want hierdoor waren we de enige mensen en konden we genieten van de sunrise die langzaam het licht door de kapotte ramen heen liet. Nu was het al een mooi plaatsje, maar voor de foto liefhebbers die Hugo en Michael zijn, was het een waar walhalla. We vermaakten ons ruim twee uur en konden er nog wel langer blijven, maar omdat om 08:00u officieel Kolmanskop open was, begon het drukker te worden en reden we terug naar het guesthouse. Na ons ontbijt genuttigd te hebben, zagen we bij puur toeval een ‘wrat’ op onze autoband, waardoor we uit voorzorg onze band hebben verwisseld. De eerste band in ruim 20.000km! Een topprestatie van de banden dus.
Die middag reden we verder richting Fish River Canyon, de één na langste canyon ter wereld: 150km lang, tot 27km breed en soms wel tot 550 meter diep. Absoluut een reden om dit in hoogsteigen persoon eens te bewonderen. Het was wederom een mooie rit, waar we nog even de tijd namen voor een fotoshoot, waarbij we de Dusterilla door de enorme regenplassen stuurden. Het leverde wederom mooie plaatjes op waarbij het opspattend water ruimschoots over de auto kwam. Omdat het een korte rit was, arriveerden we halverwege de middag bij Hobas campsite, de laatste bewoonde plek voor de Fish River Canyon. We besloten echter door te rijden naar de Canyon zelf, waar we ons vergaapten aan de enorme canyon die zich in de verte voor ons uitstrekte. De temperatuur tikte tegen die tijd bijna de 40° aan en we verbaasden ons dat er mensen zijn die een vijfdaagse trekking door de canyon doen met deze hitte. Om het even helemaal extreem te maken: er is een wereldrecord gevestigd waarbij iemand in 7 uur en 40 minuten de canyon heeft doorgerend…. We reden vervolgens terug om op de camping onze tent op te zetten en eten te koken. Het vervelende met een camping butagas stelletje is alleen dat het langzaam kookt, zeker als je voor drie personen pasta wilt koken. Onze auto lag gelukkig nog vol met allerlei proviand, in Nederland aangeschaft, die we nu konden gebruiken. Terwijl we de pasta kookten, zakte de zon helaas wat sneller dan we wilden en we waren genoodzaakt de pasta van het vuur te halen en in de auto te stappen om bij de canyon te genieten van de sunset. Hier aangekomen stond er een hele groep toeristen, waarbij er al enkele biertjes in de man waren en dat was te merken ook. We zonderden ons enigszins af en genoten van de sunset, alhoewel eerlijk gezegd wij allemaal wel eens mooiere sunsets hebben meegemaakt. Terug op de camping hervatten we onze kookkunsten en werd de pasta nog even verder gekookt, aangevuld met wat tomatenblokjes in saus(uit blik) en een steak, gebakken op de brei. Eén ding stond als een paal boven water: dit was zonder twijfel de meest smerige maaltijd die we genuttigd hebben deze trip! De pasta was een soort deegbal geworden, de saus was zuur en de steak taai. Om ons leed te verzachten, besloten we ons enig overgebleven biertje dan maar te nuttigen. De winkel was al om 18:00u dicht gegaan en had ons achter gelaten in de anti climax dat de zaterdagavond gevierd moest worden met één biertje. Het lot was ons echter niet gunstig gezind, want niet lang nadat we het biertje hadden opengetrokken bij het licht van onze campinglamp kwamen de insecten op ons afvliegen. Dit vormde nog geen probleem, totdat Jos ineens met verschrikte ogen omhoog sprong en als een baviaan heen en weer sprong. Wat bleek? Er zat een enorme boktor met een lichaam van 10cm en minstens net zulke lange poten op zijn shirt en hij groef zich letterlijk in zijn T-shirt. Het shirt werd in paniek uitgetrokken en vervolgens werd, met behulp van een stok, met chirurgische precisie de boktor verwijderd en ver weggegooid het bos in. De lol was er meteen vanaf en wederom lagen wij om 21:30 op ons luchtbedje op een zaterdagavond.
Wonderwel bleef deze nacht ons de regen bespaard en sliepen we allen verrassend goed, zodat wij zondag 12 februari rond 05:30u weer opstonden, de tentjes inpakten en de laatste etappe inzetten richting…… Capetown!!
De rit voerde ons wederom door het prachtige Namibische landschap heen, over de dirt roads en niet veel later lag er bijna weer een oryx op de motorkap. Hij rende echter de andere kant op en we stopten van schrik toen hij zich met mach 5 op een hekomheining stortte en letterlijk een koprol maakte. We zagen tot onze opluchting dat hij weer opstond en wegrende. Niet veel later kwamen we bij de grensovergang Namibië – Zuid Afrika aan, een laatste mijlpaal die ons te wachten stond. Zowel aan Namibische als aan Zuid Afrikaanse kant was al het papierwerk binnen no time geregeld en hadden we een nieuw record gevestigd: 45 minuten. Het werd uiteraard gevierd met een koud colaatje uit de koelkast, een traktatie die wij ons elke keer geven bij een geslaagde grensovergang. De wegen waren perfect en we zoefden door het Afrikaanse landschap, wat weer heel anders was dan Namibie en weer geen moment verveelde. Rond het einde van de middag arriveerden wij in Capetown, waar we vandaan komende dagen onze laatste twee projecten zullen bezoeken; Malmesbury en Mitchells Plain. Uiteraard houden we jullie hiervan uitgebreid op de hoogte in onze blogs! Hierna zullen wij onze laatste rit naar Cape Agulhas voltooien en hopen wij te kunnen genieten van een, in onze ogen, welverdiende korte vakantie. Stay tuned for more!
Wist je datjes:
- Het eten in Namibië een overweldigende luxe is
- Een oryssteak heerlijk smaakt
- Namibië een prachtig land is, voor het geval je het nog niet had gelezen
- Zuid Afrika ons 23e en laatste land van de reis is
- We geen grensovergangen meer zullen hebben
- Het einde van de trip dus bijna nabij is
Thursday
the 9the of February, we had to leave our nice apartment and would go to the Sossusvlei. But not before we would do a desert tour of ‘the little five’. Instead of the big five, we would now look for creatures like the salamander, spiders, snakes and geckos. We were with a group of 20 divided in three Landrovers. The guides were very enthusiastic and very nice to listen to. Because the creatures are so small you often laugh hard about the stories of the guides. Like the Sidewinder, which is just a small snake of 30 CM and if you read stories about this snake and you watch the photos you would think that this snake is at least 1 meter. Or the ‘Ferrari’ which is a lizard that runs so fast over the sand that his nickname is ‘Ferrari’. This was a tip of our friend Jan Kalmar in Denmark and we were glad to follow his suggestion. We learned a lot this morning and before we were thinking about crossing the dunes with our Dusterilla, but the stories of the guides telling that jeeps destroyed entire ecosystems brought us to another idea. There is still so much life in deserts.
After the tour we were on our way to the Sossusvlei, which would be the destination of the day. The road almost immediately changed in dirt roads. Luckily these dirt roads were well maintained and easy to ride through. On these roads we could drift a little bit and for us it was lots of fun. We were driving with such a speed that we managed to drive 3 hours faster than the normal schedule. Sorry but we not always obeyed the maximum speed…. We loved the surroundings but we still needed to be focussed. The wildlife did not care if there was a road or not, and animals like Oryx and wildebeests could cross the road any minute. We arrived in Sesriem, a small town before the Sossusvlei where we would camp for the night. For the first time in ages we had coffee and dessert after diner and Jos was very happy with this luxury.
Friday the 10th of February, Jos had a terrible night because of the heat and the wind. But we had to wake up early for a trip to the Sossusvlei. The gates of the park would open with sunrise and we were one of the first cars waiting for the sun to come up. The roads in the park were paved and after 60 KM we reach the dirt road, the sand was extremely soft and we were stuck within 10 meters. We put the car in reverse and decided to deflate the tires for more grip. In the meantime the next car was also stuck at the same part as were we did. After we deflated the tyres we had no problems to cross the last 5 KM of the track. The Sossusvlei is known by its high dunes including the ‘big Daddy’ with his 325 meter the highest dune. We were told that the view from this dune would be magnificent, so we decided to climb this guy. With 3 litres of water and in good spirit we started the climb at 7:00. When you feeds constantly disappear in the sand, this climb is rather hard in combination with the heat. For us it meant the first time since a long time to have some exercise so it was a challenge. In the meanwhile the sun was really doing its best and the water level was dropping by the minute. After we climbed for one hour we reach the summit of ‘Big Daddy’ and the view was magnificent! Because we started this early we were the first at the top and could enjoy the view all by ourselves. Now the fun part could start, we had to descent and is there a better way than to run as quick as you can down. Within 10 minutes we were down, our body was covered with sand though. Now we stood in the deadvlei (known by the brochures). A desert with dead trees and although it sound boring, it is a beautiful view. We were heading back to the camp site to prepare ourselves for the route to Lüderlitz.
The stage of today would bring us to Lüderlitz, where we would touch the magical 20.000 KM. We were driving now for five and a half weeks and we crossed 22 countries so far. High fives for everybody! In this stage we also encountered some very bad weather, with rain falls which changed the road into a river. When we arrived in Lüderlitz we found by coincident a very nice guest house. Although it was Friday night we did not have the energy to go for a big drink and we were in bed by 21:30, we are getting old…..
Saterday morning, the 11 of February. We would visit the town of Kolmanskop but one of the team members was not fit for the tour, Jos had to stay in bed a little bit longer to get fit again. Kolmanskop, what kind of a city is it? In 1900 there were a lot of diamonds found in Namibia and Kolmanskop was one of the main towns for this. In time less and less diamonds were found in Kolmanskop and the people moved to surrounding towns. The town of Kolmanskop was desolated and the desert took over and the sand is now found in every house. Very spooky sight. Beautiful to take pictures and to get lost in the old atmosphere. Michael and Hugo had a great time as photographers and after two hours they went back for the guest house to join Jos for breakfast. By coincidence we discovered a small puncture in the tire, so after 22.000 KM we had to change the first tire.
In the afternoon we drove to the Fish River Canyon, this canyon is the second biggest canyon in the world right after the Grand Canyon. It is 150 KM long, 27 KM wide and 550 meters deep. This is a good reason to visit the canyon and again a beautiful ride. We crossed roads with a lot of rainwater on the road. Moment for the camera and we managed to get the water as high as 4 or 5 meters. We arrived at the Fish River Canyon in the afternoon. Because it was still early in the afternoon we decided to drive to the canyon. The temperature touched the 40 degrees and we were happy that we did not had to hike (there is a trail for five days). There is a world record of the a guy who did this track in 7 hours and 40 minutes. After the quick view of the canyon we first decided to go to the campsite and to cook before the sunset. The sunset in the canyon should be a nice one. Unfortunately our cooking gear was not strong enough and to cook some water was a hell of a job. Impossible to be ready and get back to the canyon in time, so we did not finished the cooking. So back in the car and full throttle to the canyon. Here we saw a lot of tourists gathering for the sunset. A beautiful sunset we must say although we have seen better during our trip. Back at the campsite we restarted the cooking and as you could imagine the food was very bad of taste. While eating a lot of bugs came to our light and all of a sudden Jos started screaming. A big beetle was grabbing his shirt and the only thing he could see were the legs of this creature. Because it was dark Michael and Hugo also screamed and thought it was a giant spider. We investigated the T-shirt and found a giant beetle of 10 cm (body) and limps of 15 cm each, crazy! After Jos through his shirt on the ground you could image that we were done with staying on a campsite.
Sunday 12 February, the alarm clock at 5:30 and today we would go to South Africa. The last part of Namibia were nice dirt roads and the only thing we had to watch out for were the Oryx animals crossing the road. The border crossing between Namibia and South Africa were one of the most relaxed crossings. Both sides within 45 minutes and we had perfect roads in front of us in South Africa! In the afternoon we arrived in Cape Town where we would have the last two projects in Malmesbury and Mitchells Plain. Stay tuned for more.
Did you know:
- The food in Namibia is a overwhelming luxury
- A Oryxsteak is really delicious
- In case you didn’t read: Namibia is a beautiful country
- South Africa is our 23rd and last country of the trip
- We won’t have border crossings any more
- The trip is almost on his end
Het is telkens weer een feestje jullie wetenswaardigheden te lezen en wat maken jullie een prachtige foto’s, mijn complimenten!!!!!