
English text, see below.
Dinsdag 31 januari stonden we weer in alle vroegte naast ons bed, want er was ons door de politie officier, niet te verwarren met de grenspost, beloofd dat om 07:00u het kantoor open zou gaan, waar wij onze exit stamp voor Gabon konden krijgen. Rond 07:15u arriveerden en wat bleek? Het gebouw zat potdicht en geen uniform in de buurt. Wel was er een vrouw die de boel aanveegde en ons beloofde dat de officier ‘on his way’ was. Nu kennen we ondertussen een beetje de Afrikaanse manier van tijd benaderen en moesten we dat wel met een korrektje zout nemen. We konden er niets aan veranderen en dus zat er niets anders op dan geduldig te wachten. Rond 08:00u was er een eerste teken van leven en kwam er iemand aanlopen, die daar werkte, maar ons niet kon helpen ‘omdat alleen de officier een stempel mag zetten’. Jos nuttigde ondertussen maar een taai geworden stokbroodje, terwijl Hugo een wandelingetje ging maken en Michael druk bezig was met een spelletje op zijn telefoon. Tien minuten later kwam er nog iemand binnen, maar nog steeds werd verteld dat de officier ‘on his way’ was. Om half 9 echter mochten we ineens binnenkomen en kregen we te horen dat er nog een kopie van ons visum in Gabon gemaakt moest worden. Heel Ndendé (Gabon) werd afgezocht naar een kopieerapparaat, wat nog niet makkelijk was, maar we hadden een kopie en kregen onze stempel, notabene door dezelfde man die al ruim een half uur aanwezig was. Welke logica hier achter zit vragen we ons nog steeds af.
Anyway, we hadden de stempel en konden vol gas naar Congo-Brazzaville. Congo is verdeeld in twee landen, namelijk Congo- Brazzaville (de ‘kleine Congo’, of Republiek Congo) en Congo-Kinshasa (de ‘grote Congo’, of Democratische Republiek Congo (DRC)). We waren bevreesd voor twee dingen bij Congo, met stip bovenaan de conditie van de wegen en ten tweede de veiligheid in de DRC. Het was echter Congo Brazzaville die van tevoren bijna onze reis onmogelijk had gemaakt, doordat de ambassade in Brussel ons geen visum wilde verschaffen in verband met de veiligheid. Rondom Brazzaville was er de zogenaamde ‘pool of death’ die berucht stond om zijn vele ontvoeringen. We waren niet voor één gat te vangen en hebben daarom, met hulp van visumbureau CIBT ons visum via de ambassade in Parijs geregeld, waarvoor nog dank Erwin! Daarbij speelde ook nog mee dat we in het regenseizoen Congo zouden passeren. Tja je moet het jezekf ook niet al te makkelijk maken tijdens zo;n reis. Een vooruitzicht waar we allen eerlijk gezegd wat bevreesd voor waren. Want Congo is eigenlijk het land met de minst verharde wegen. Zodra we Ndendé uitwaren werd de vrees meteen werkelijkheid. De weg verdween en er lag een modderpad met diepe kuilen en plassen. De eerste 50km tot aan de grens kostte ons iets meer dan een uur, het beloofde een lange dag te gaan worden….. Bij de grens moesten we eerst nog twee kantoortje aan Gabonese zijde in, waar alle paspoortgegevens met de hand werden overgeschreven en de Carnet werd afgestempeld. Het was overigens wel een grensovergang die echt in the middle of nowhere was en dit was ook wel eens leuk voor de afwisseling. Geen drukte van mensen en handelaars, maar echt helemaal niemand. Misschien dat we het erom doen, maar ook nu werden de landen weer van elkaar gescheiden door een rivier, die we passeerden alvorens in Congo-Brazzaville gearriveerd te zijn. We kregen een valse start, met een officier die duidelijk met het verkeerde been uit bed was gestapt en met duidelijk kenbare geluiden, zoals kreunen en steunen, liet merken dat gegevens overschrijven wel heel erg moeilijk was. Want alle gegevens uit je paspoort worden ook hier weer in een groot boek of achterkant van een A4-tje overgeschreven. Nog niks gaat hieri n computers. De rest van de beambten bleken wel erg vriendelijke mensen die ons graag hielpen en ons een gastvrij verwelkomden. Alle papieren waren redelijk snel in orde, waarna we onze route konden voortzetten richting Pointe Noire, onze eindbestemming van de dag. De route leidde ons echter over dirt roads met vele gaten, kuilen, plassen wat de gemiddelde snelheid drastisch verlaagde. Zowel mens als machine werden op dit moment tot het uiterste getest en iedereen zat continue vol alertheid naar de weg voor hem te kijken. Rusten zat er niet in vandaag. Degene die achterin zat, moest met enige regelmaat alle losgetrilde spullen weer herplaatsen, vanwege de kuilen. Helaas moesten we hier ook afscheid nemen van een van onze verstralers die een pothole niet overleefde. Het teamverband straalde hier meteen vanaf, want iedereen deed zijn eigen taak en binnen tien minuten was de lamp gedemonteerd en waren we weer op weg. Toch mochten we nog van ‘geluk’ spreken, omdat het niet regende en het de laatste paar dagen slechts minimaal had geregend. Hierdoor was de weg nog enigszins begaanbaar te noemen en kwamen we gelukkig niet vast te zitten. Het uitzicht maakte het echter meer dan goed, want het landschap was werkelijk waar fantastisch! Grote groene velden met bergen die compleet in een grasgroen jasje waren gestoken. Her en der een kleine nederzetting met zwaaiende kinderen en vervolgens weer een adembenemend uitzicht. Helaas konden we ons vanwege de tijdsdruk niet permitteren om te stoppen voor een mooie fotoshoot, dus zult u het moeten doen met de filmpjes vanuit de auto, die we uiteraard in ons volgende vlog zullen plaatsen. Met zwaar getrainde armspieren kwamen wij rond 18:00u aan bij Dolisie waar we ineens midden in de beschaving terecht kwamen en nog belangrijker: een nieuw aangelegde asfaltweg, zo glad als een biljartlaken. Onze grijns werd nog breder toen we bij het tankstation, waar de Dusterilla werd bijgevuld, zagen dat er een restaurantje bij zat waar je heerlijk in het zonnetje een colaatje kon nuttigen. Het bleef bij die gedachte, want het was nog ruim 150km naar Pointe Noire en in het donker rijden probeerden we zoveel mogelijk te vermijden. De weg was als een grote Zwitserse bergpas die ons door de diepe regenwouden leidde. Dat niet iedereen zich aan de snelheid hield, bleek wel aan het grote aantal gekantelde vrachtwagen met zeecontainers wat naast de weg in de berm lag. En ook ditmaal waren we weer getuige van een ‘live’ ongeluk waar een vrachtwagen dwars over de weg geschaard lag. We raken eraan gewend. Compleet uitgeput bereikten we ons hotel tegen een uur of acht. We waren toch wel wat moe na deze intensieve rit. Na een snelle hap in een restaurant en weer terug bij het hotel controleerden we de auto nog even. Gelukkig op de lamp na geen schade, alleen een los getrilde roofrack. We trokken het rack leeg, schroefde alles vast en een half uur later konden we dan echt slapen.
Het was een korte nacht, want de volgende ochtend, woensdag 1 februari, reden we om 07:00u alweer weg richting Boma, Congo-Kinshasa. De rit zou ons echter in eerste instantie door Cabinda wat behoort tot Angola. De snelste grensovergang tot nog toe komt op naam van Congo-Brazzaville want na vijf minuten stonden we alweer buiten, klaar om Cabinda in te gaan. Het probleem met Cabinda is echter dat iedereen Portugees spreekt en bijna niemand Engels. Helaas was ons Portugees niet echt goed te noemen, wat de communicatie nu niet echt bevorderde. We kwamen hier zowaar de eerste echte ‘overlander’ (mensen die met hun auto door heel Afrika reizen en waarbij de auto uitgerust is om mee te kunnen kamperen). Het bleken Gil en Marleen te zijn, beide woonachtig in België en ditmaal bestond hun reis vanuit Ivoorkust naar Namibië. Ontzettend vriendelijke mensen, waar we mee aan de praat raakten, omdat de grensovergang lang duurde en we allemaal gegevens in dienden te vullen. Vervolgens hadden we kwanza’s (Angolese munteenheid) nodig voor ons verzekeringsbewijs. Nu staat deze grensovergang er om bekend dat dit de overgang is met de meeste ATM’s, dus dat moest een eitje worden. Echter in de recordpoging voor meeste ATM’s hadden ze niet meegenomen dat het om werkende ATM’s ging. Hij was leeg, er was een storing, je kon er niet bij komen vanwege een dichte deur of hij deed niks. Dan maar dollars wisselen……. Dit verzoek moest tot aan de hoogste bankdirecteur worden gedaan. Een uur op zoek naar geld, terwijl wij zat dollars bij ons hebben, maar die wilden ze niet. Uiiteindelijk werd het probleem snel opgelost toen Michael met enkele geldwisselaars buiten de grens onze overbodige West Afrikaanse Franken kon ruilen en we onze verzekering alsnog konden afsluiten. Onze zuiderburen waren in de tussentijd al vertrokken en zouden we misschien nog tegenkomen bij de grensovergang. Cabinda is superklein en met goede wegen, met uitzondering van de hoofdstad Cabinda zelf. Hier was het een grote puinhoop van kuilen, zanderige wegen en smerige plassen. Toen we onze Dusterilla door één van deze plassen stuurden, doken zelfs de kinderen uit angst weg, later begrepen we waarom. Met in totaal twee uur waren we door Cabinda heen en stond, het in onze ogen, grootste avontuur te wachten, namelijk de DRC! Dit vanwege de nieuwsberichten die je met enige regelmaat voorbij ziet komen en ook nog de recente verkiezingen, waarbij er wekenlange protesten waren uitgebroken. Bevreesd door ons allen en toen we bij de grensovergang onze Belgische vrienden nog steeds bij de grenspost bij de DRC zagen we staan, kroop de moed ons in de schoenen. Na de laatste formaliteiten werd de slagboom geopend en waren we in de DRC. Het avontuur kon gaan beginnen. Meteen kwam er een grensbeambte naar ons toe, die ons uitermate vriendelijk te woord stond en netjes uitlegde welk gebouw we naar toe moesten. Ook hier waren de mensen weer vriendelijk en hielpen zij ons meteen, zonder te vragen voor ‘what do you have for us’. Onze eerste indruk was meer dan positief en konden we ook niet echt relateren aan de berichtgeving vanuit de media. Hier hoorden we ook van onze Belgen dat zij een probleem hadden met het visum en moesten wachten op de chef die onderweg was. Het resulteerde erin dat we nu beide op dezelfde tijd klaar waren met alle papieren en dat het voor ons binnen een uur geregeld was, een snelle grensovergang kunnen we wel stellen. Omdat we samen met de Belgen waren, besloten om samen naar Boma(DRC) te rijden, omdat dit ook hun eindbestemming was. Tevens speelde mee dat we het allen, zowel wij als de Belgen, prettig vonden vanwege de veiligheid en de condities van de wegen. We konden elkaar misschien nog wel eens helpen. Het was een goede keuze, want de weg verdween compleet en er bleven enkele karrensporen over, waar we onze weg door moesten zoeken. Ondanks dat Jos en Michael continue commentaar hadden op de Windows Phone van Hugo, moesten ze ditmaal schoorvoetend toegeven dat de navigatie op zijn telefoon toch wel heel erg fijn was in deze condities. Zo reden we dus in colonne door echt letterlijk de savanne, zoekend naar de weg. Het was niet vervelend te noemen, want de omgeving was wederom schitterend en meer downtown Africa kon je op dit moment niet komen, was onze conclusie. Hier had het recent nog wel geregend en dit was te zien aan de enorme plassen water op de die op de zandweg lag. Al snel leerden we dat de kleine zandpaadjes naast het officiële pad de beste routes waren, die de lokale bewoners zelf hadden aangelegd. Op een gegeven moment echter maakten we alle drie een inschattingsfout en dachten we via een zijpaadje te moeten rijden om de plas te vermijden. Het was geen verstandige keuze, want tien meter verderop, kwam de Dusterilla brullend tot stilstand. We waren er bijna, maar stond toch echt vast in de klei. Maar we reden niet voor niets in colonne en onze Gil parkeerde zijn LandCruiser ervoor en trok ons, met wat duwhulp van wat lokale kids, eruit. Waren wij even blij dat we in colonne reden! Na de kids bedankt te hebben met wat koude drankjes reden we weer verder, zoekend naar de juiste paden. De zon mochten we weer bedanken voor een dag arbeid en zagen we langzaam ondergaan, nog steeds 50km verwijderd van Boma (DRC). We besloten door te rijden en arriveerden zonder verdere schade om 20:00u in Boma, waar we met zijn allen een hotel vonden. Aangezien iedereen onder de modder zat, werd er meteen een douche gepakt en ontmoetten we erna elkaar op het dakterras. Geluidsoverlast kent men hier niet, aangezien onze trommelvliezen er zowat uit trilden. We hadden samen diner met Gil en Marleen en het is een mooi stel. Ze vertelden al ruim 25 jaar te reizen. Dit doen ze door een half jaar te reizen en vervolgens een half jaar te werken. Het leuke is dat zij met hun ervaringen van elke reis een theaterstuk in elkaar zetten en vervolgens hiermee een half jaar optreden. Omdat ze dit al 25 jaar doen, vroegen we naar de leeftijd van Gil, die doodleuk antwoordde 80 jaar te zijn, wat een held! Jong en kwiek, met glinsterende pretoogjes. Dit kon ook mede komen vanwege het kleine flesje wat hij bij zich had en waar whisky in bleek te zitten. Toen Marleen per ongeluk wat whisky op zijn broek morste, werden zijn ogen zo groot als schoteltjes van schrik. Hij vatte het echter mooi samen met de opmerking: “Allé, als ik vanavond ga slapen, trek ik den broek over mijne koppe en dan lig ik nog minimaal twee uur beneveld te slapen” U kunt begrijpen dat we een erg gezellig avond met elkaar hadden. Morgen staat de rit naar Angola op de planning en we hebben besloten ook deze etappe met onze vriendelijke zuiderburen te vervolgen. Lees er meer over in onze volgende blog!
Wist je datjes:
- Congo ons 100% meevalt
- De mensen, zowel in Brazzaville als Kinshasa, erg vriendelijk zijn
- Vooral de politie officieren heel erg beleefd en vriendelijk zijn
- Media een bepaald beeld schetst, wat je op verkeerde gedachten kan brengen
- Er allemaal oude restjes afval (vooral plastic tas) op de auto zitten, dit ten gevolge van de plas in Cabinda
- We nog steeds ongelooflijk trots zijn op la Dusterilla!
Tuesday the 31st of January we stood in front of the police station at 7:00 o’clock. The time that the station would be open in Ndendé and where we would need to get our exit stamps. But no, no one was there, there was a lady cleaning on the side and when we asked her where everybody was, she answered with: “they come”. Around 8:00 o’clock the first person arrived but he was not the person who was responsible for the exit stamps. We had to wait till 8:30 before this person showed up and the first question he had was if we had copies of the entry stamps. No of course not, but we needed them so we had to search in the small town for a copy machine. After another 30 minutes we found one in the library and when we arrived at the police station again we received the stamps within 5 minutes. So much work for something simple.
Anyway, we had our stamps and now it was full throttle to the border of Congo Brazza. Congo is divided in two countries: Congo Brazzaville (Republic of Congo) and Congo Kinshasa (Democratic Republic of Congo DRC). We had two worries about these countries, first of all the road conditions which would be terrible and the second was the overall safety in these countries. Remember that we had problems of receiving a visa for Congo Brazza and we just received the visa while we were 4 days on the road already? Well the embassy of Congo Brazza was worried about our safety because our first idea was to drive to the capital Brazzaville. But we had to cross the area ‘The Pool’ also known as ‘The Pool of Death’. In Brussels they refused to give us a visa but via the agency CIBT and a special thanks for Erwin, we received the visa via the Embassy of Paris. We were now able to cross Congo Brazza and we were in the middle of the rain season. The moment we left Ndendé, the road changed immediately and became one big muddy pool of trouble. The first part till the border of Congo we did 50 KM in one hour… At the border they were friendly and luckily quick with the paperwork because we had some catching up to do. We were on our way for Pointe Noire on the west coast of Congo Brazza. The route was one big part with dirt roads full of holes and water. We didn’t had time to rest because we lost too much time already. The car had to work hard and unfortunately because of the potholes we lost one of the headlights. Here we could see we were a real team, within 10 minutes we had removed the wires and the headlight so we could continue our stage. We were lucky with the weather. It was raining and we think that it there haven’t been any rain in a few days. That made the road accessible. The view around us was absolutely beautiful. Mountains with rainforests and almost no people. It was magic! We didn’t had time to stop for pictures but the Salora cameras where full rolling (wait for the next Vlog). We arrived around 18:00 hours in Dolisie, where the road was brand new and would lead us to Pointe Noire. In the meantime ours muscles in the arms had a complete workout.. The road was perfect now in through the mountains, which sometimes looks like the mountains in Switzerland, we continued our way to Pointe Noire where we arrived without any problems. We were exhausted though and when we checked-in in the hotel we immediately went to bed.
It was again a short night when we woke up in the morning of February the 1st. We were on the road to Boma (Congo Kinshasa) at 7:00. The stage would lead us from Congo Brazza through Cabinda (Province of Angola) to Congo Kinshasa. Pointe Noire is next to the border and soon we arrived on the side of Congo Brazza. Here we had the quickest border crossing ever and within 5 minutes we were done on this side. Now it was time to go to Cabinda. The problem with Cabinda and Congo is, that everybody is speaking Portuguese and we are not very good in that…. Very less people speaks English so this would be a hard exercise. It was here at the border where we saw the first ‘overlander’ (people who travel by car through Africa) during our trip. A couple from Belgium, Gilles and Marleen and they were on a trip from Ivory Coast to Namibia. Lovely people and we were talking about our trips. In meantime we had to pay for an insurance and we had to pay in local currency, which we didn’t had. The problem was that all the ATM’s did not work, but luckily we were able to change our old currencies for the Kwanza’s (local currency). Cabinda is very small with good roads and you could really see that this country has a lot of oil and have more money to spent. Within two hours we were through Cabinda already and now the real adventure would start. We saw the Belgium couple still standing at the border so we weren’t sure about the circumstances. But there was a border officer which was very friendly and helped us in directing where we had to go. But also here were people who directly asked for money or “what do you have for us”. The Belgiums had some problems with their visa because it came from Togo. But the head officer allowed them to enter and this time we were both ready at the same time. We desided to drive together through Congo, both for the safety and also for the road conditions. We would drive to Boma (DRC) together. The only road we had was two tire tracks we had to follow through big fields. Luckily it was not raining otherwise this would be impossible. Hugo navigated with his Windows phone with his GPS because without GPS it is also impossible. This was real Africa, nature at his best and no people who would interfere in its power. Some points of the road were full of water and we had to drive through or around the water holes. Soon we saw that the tracks next to the road were better than the road itself but at one point we made a wrong decision. We tried to drive around a water pool and got stuck in the muddy grass. Jos directly came out of the car and directed the Gilles and Marleen in another direction, avoiding that they got stuck as well. Now Gilles drove his car through the water pool without problems and was able to get the Landcruiser in front of our car. Some kids gathered around the car and with the help of the Landcruiser and the children who were pushing, we were pulled out. Happy to drive together! We gave a bottle of cold water to the kids and we were on the ‘road’ again. The sun was slowly saying goodbye and we still had to drive 50 KM for Boma. Now it was getting dark and also now we were very happy to drive together. We arrived in the hotel around 20:00 where we had diner together with Gilles and Marleen. The couple was already traveling like this for 25 years and every year they would travel for 6 months and with the experience they would perform in their own theatrical pieces. A great way of making a living. Gilles asked us how old we thought he would be, we said around 60 or something and we were all wrong. This guy would become 80 this year…. Incredible to see how fit and keen they were. A lot of humour as well and when Gilles tried to fill the glass of Marleen with some whiskey and she pulled it away the whiskey splashed on his trousers. His words: “when I go to bed I would put my trousers on my face on only the smell would make me drunk again”. What a guy!
Did you know:
- Congo is not so bad
- People in both Brazzaville as Kinshasa are very friendly
- Especially the police was very polite and nice
- Media can describe a situation but could not be entirely correct
- We still are proud of our Dusterilla because of its performance
Er is weer een hele tijd verstreken en inmiddels hebben we het gps systeem in Kaapstad gesignaleerd. Jullie reis is na een groot avontuur beëindigd. Misschien vinden jullie het jammer maar wij halen opgelucht adem!
Het is een safari waarop jullie met trots op terugblikken. Een onvergetelijke ervaring. En ik vind het uitzonderlijk goed dat jullie in een wereld zijn geweest die zo heel anders is dan die van ons. Ik heb alle respect voor jullie initiatieven en wens jullie alle drie met deze.rijke ervaring veel succes toe in je toekomstige bezigheden. Heb je voldoende Frans bijgeleerd Jos? Ik heb ooit in een Franstalige vrijeval opleiding gezeten in België. Ik wet wat het is als je nauwelijks Frans spreekt! Over avontuur gesproken!
Fred.